Kapel van O.L.V. in de Nood

De kleine kapel van O.L.V. in de Nood werd in 1838 door privé-initiatief op een beeldbepalende plaats op de weg van Achel naar Hamont opgericht. Initiatiefnemer was de familie Wauters-Sallez uit Hasselt die in 1835 de grote eigendom van de voormalige heerlijkheid Grevenbroek had aangekocht van de erfgenamen van baron de Leonaerdts.

Misschien op vraag van zoon-priester Lambertus Wauters werd deze kapel op het privé-domein van de nieuwe eigenaar geplaatst vlakbij de openbare weg zodat het gelovige volk er gemakkelijk toegang toe had. De kapel is kort (?) na WO I ‘aangepast’ in gotische stijl.

O.L.-Vrouw in (de) Nood werd aanroepen bij allerlei ‘noodwendigheden’ .

De constructie omvatte oorspronkelijk (zie voor een duidelijke foto het werk van Maho en oude postkaarten) één vrij kleine kapelruimte onder zadeldak, in baksteen gebouwd, steunend op een gecementeerde plint.

De houten deur met rondbogig inkijkvenster was omlijst met een zware gecementeerde (of zandstenen) deuromlijsting, bekroond met een rondbogig bovenvenster en in de top een gevelsteen met jaaraanduiding (1838).

De zijmuren waren oorspronkelijk blind en bevatten een gecementeerde plint, nokbalk en een gecementeerde (?) middenstreep.

De voorzijde werd later omgebouwd met een opvallend spitsboogportaal, de zijgevels kregen telkens één spitsboogvenster.

Het interieur bevat een ouder gerenoveerd houten zuilenaltaar dat mogelijk een zijaltaar is, afkomstig uit de oude dorpskerk van Achel.